Wat is jouw rol/bijdrage voor het RCPZ?
Ik ben projectleider voor het RCPZ. Ik begeleid en geef sturing aan de ontwerpgroep. De personen uit deze groep nemen daadwerkelijk de telefoon aan van het RCPZ en werken daarnaast aan de operationele doorontwikkelingen van het RCPZ. Ook ben ik de linking pin tussen de stuurgroep en de ontwerpgroep. Verder ben ik de verbinder in de regio en de aanjager van de verandering die we voor ogen hebben.
Hoe zie jij de toegevoegde waarde van het RCPZ?
Ik vind het RCPZ een ontzettend mooi voorbeeld van hoe we met verschillende organisaties in deze regio, zowel vanuit de VVT-kant als de huisartsen en het ziekenhuis, met elkaar kunnen samenwerken. De samenwerking komt voort uit gedeelde doelen: het regelen van passende zorg in een acute situatie en het voorkomen dat kwetsbare ouderen onnodig in het ziekenhuis worden opgenomen. Wat vooral toegevoegde waarde heeft, is dat we de schaarste capaciteit van plekken in de regio centraal en op een goede manier met elkaar kunnen verdelen. En dat we het vertrouwen hebben om dat met elkaar te doen.
Wat levert het RCPZ op voor de patiënt en voor de verwijzer?
Op het moment dat een patiënt tijdelijk niet thuis kan blijven en een ziekenhuisopname niet nodig is, zorgen we ervoor dat de patiënt snel op een passende plek terecht komt. De juiste zorg, op de juiste plek, op het juiste moment. Dat faciliteren we vanuit het RCPZ. Daar is de patiënt natuurlijk bij gebaat. Uiteindelijk is de verwijzer er ook bij gebaat dat hij of zij maar één telefoonnummer hoeft te bellen als er een acute situatie is. Dat gaat veel sneller. Voorheen moest een huisarts naar alle verschillende organisaties bellen. Nu is er één telefoonnummer met een totaaloverzicht van alle plekken in de regio. Verder is er één medewerker die de triage kan doen en die kan beoordelen wat de best passende zorg is. Die medewerker zoekt vervolgens een geschikte plek. Deze centrale regie scheelt een huisarts natuurlijk ontzettend veel tijd.
Hoe zie jij de doorontwikkeling van het RCPZ in de toekomst?
We hebben met elkaar twee lijnen voor de doorontwikkeling afgesproken. De eerste lijn is de samenwerking op het gebied van coördinatie met het ZCC, dat is het Zorg Coördinatiecentrum. Daarmee willen we de meerwaarde van de samenwerking wat betreft coördinatie vanuit de huisartsenpost, Dimence, wijkverpleging en de ambulancedienst, combineren met de coördinatie van tijdelijke verblijfsplekken in de VVT. Daardoor worden de lijntjes nog korter. Wanneer na verkenning van de zorgvraag door het RCPZ de vraag toch opgelost kan worden in de thuissituatie bijvoorbeeld, is er heel snel contact met de wijkverpleging. Maar de lijntjes zijn ook kort als iemand wel geplaatst moet worden en er ambulancevervoer nodig is. Eigenlijk willen we de coördinatie van acute zorg breder gaan aanpakken. Dat staat heel mooi verbeeld in een tekening over de verkeerstoren. Als we de juiste zorg op de juiste plek op het juiste moment willen leveren, is er inzicht in de gehele keten nodig. Door verbreding krijg je de knelpunten in capaciteit en rondom in- en doorstroom in de regio echt inzichtelijk.
Voor de andere ontwikkellijn zijn we al volop bezig met de ontwerpgroep en samen met andere stakeholders. We willen het RCPZ meer uit laten groeien tot een expertisecentrum om optimaal vorm te geven aan de signalerende en adviserende rol rond de regionale knelpunten van vraag een aanbod. Ook streven we ernaar om nog beter en intensiever met elkaar samen te werken, zodat we blijven leren en ontwikkelen. Denk aan het leren van casuïstiek en het leren van elkaar. Daarnaast willen we onze samenwerkingspartners meegeven waar het RCPZ voor staat en wat we kunnen betekenen voor de patiënt en de verschillende partijen.
Wat zijn tot nu toe de belangrijkste succesfactoren van het RCPZ?
De belangrijkste succesfactor is een goede triage. Als die ontbreekt is de kans groot dat een patiënt op de verkeerde plek terecht komt en dat belemmert de doorstroom.
Ook vind ik de samenwerking krachtig. De ontwerpgroep is continu bezig met hoe we het nog beter en mooier kunnen maken. De openheid naar elkaar toe, de gezamenlijke doelen en om het gewoon te gaan doen, zijn daarin de sleutels. Het is ook een groep die daadwerkelijk de telefoon aanneemt, die de triage doet, de coördinatie regelt en het advies geeft. Daar zit wat mij betreft het succes in van de verandering. Het wordt vanuit de praktijk gedragen en aangedragen.
Wat zou een mooie eerste stap zijn om naar het toekomstbeeld toe te werken?
De eerste stap hebben we in een bijeenkomst samen met de ontwerpgroep bepaald. Dat is dat we het RCPZ meer op de kaart willen zetten. En dat we willen blijven leren en ontwikkelen. We leren van elkaar doordat we een andere achtergrond hebben en bij verschillende organisaties werkzaam zijn.
Daarnaast is het cruciaal om achter de schermen de afspraken en randvoorwaarden helder te hebben en goed met elkaar te regelen. Samen met alle stakeholders hebben we twee mooie bijeenkomsten gehad. Toen hebben we besproken hoe we met elkaar willen samenwerken, nu en in de toekomst. Door middel van rollenspellen werd er in beeld gebracht wat er gebeurt wanneer de afspraken niet duidelijk zijn of niet worden nageleefd. Op basis van deze inzichten, hebben we bijvoorbeeld afgesproken hoe we in de nabije toekomst informatie met elkaar willen delen en hoe we de afspraken verder brengen.